De geschiedenis van de Vereniging, de "Verenigde Haagse Filatelisten"
In den beginne
Met de uitgifte van 30 aandelen van f 1,- op 17 april 1897 startten drie middelbare scholieren van 15 tot 17 jaar: W.H. Hoogenstraaten, C.R. van Houten en J. Tolk de “Haagsche Vereeniging tot in- en verruilen en in- en verkoopen van postzegels”. Hun dubbele zegels plakten zij in boekjes waaruit ze aan derden verkochten. Eens per 14 dagen keerden ze uit de verkoop, naar inbreng, dividend uit. Vaak vele malen groter dan de waarde van hun aandelen; een rentepercentage van 2600% werd genoemd. Met het toelaten tot lid van hun vereniging van H. de Wijs veranderde er veel en snel. Hij zag kans hen het bedrijfsaspect uit het hoofd te praten, een opener beleid te voeren waardoor er leden tot de vereniging konden toetreden, met hun steun aan te sturen op het maken van statuten en de naam in “Haagsche Philatelisten Vereeniging” (HPhV)te veranderen. Het ledenaantal groeide daarna langzaam maar gestaag, waarbij de gebroeders C.M. en P.C. Dozy, die later zowel aan de wieg van de Utrechtsche als van de Rotterdamsche Philatelisten Vereeniging stonden, genoemd dienen te worden. Bij Koninklijk Besluit van 20 april 1903 werden uiteindelijk de statuten goedgekeurd en werd 17 april 1897 als oprichtingsdatum van de H.Ph.V. erkend.
Van Postzegelblad tot Filatelie
De Wijs drong na zijn toetreding direct aan op het uitgeven van een verenigingsblad en hij werd ogenblikkelijk tot redacteur van dat uit te geven blad benoemd. Op 24 oktober 1897 verscheen het eerste nummer van “Het Postzegelblad”, dat handgeschreven eenmaal per 14 dagen verscheen en op de vergaderingen werd voorgelezen. De 2de en 3de jaargang (1898 en ’99) verschenen in met hectografisch carbon vermenigvuldigde vorm; de 4e t/m de 16de jaargang (1900 t/m ’12) in druk. Jarenlang was, eerst C.M. en daarna P.C. Dozy redacteur van “Het Postzegelblad”; P.C. Dozy ook in de tijd dat hij voorzitter (1907/’11) van de Utrechtsche was. Op 18 januari 1912 verscheen “Het Philatelistisch Maandblad” als gezamenlijke uitgave van “Breda”, “Hollandia” en “Utrecht” en reeds in mei gaf de HPhV te kennen tot samenwerking met dit blad te willen komen. Op 9 september 1912 waren de besprekingen rond en besloot de HPhV zich in te kopen in het nieuwe blad en daarin “Het Postzegelblad” in te brengen. In januari 1913 verscheen, onder hoofdredacteurschap van P.C. Dozy, “Het Philatelistisch Maandblad, waarin opgenomen Het Postzegelblad” De op 1 mei 1884 opgerichte (Nederlandse) “Vereeniging van Postzegelverzamelaars” gaf sedert 8 augustus 1884 het “Nederlands Tijdschrift voor Postzegelkunde” uit; de veruit oudste vereniging met het veruit oudste blad. In 1921 (4 september) besloot deze NVPV na fusiebesprekingen met de Raad van Beheer van Het Philatelistisch Maandblad tot opheffing van het eigen orgaan en op 16 oktober tot samensmelting met het “Maandblad” over te gaan. Zo verscheen in januari 1922 het eerste nummer van het “Nederlands Maandblad voor Philatelie”, uitgave van de op 1 januari 1922 opgerichte Raad van Beheer van dit tijdschrift. Deze Raad van Beheer werd toen gevormd uit vijf eigenaressen van het nieuwe blad: de NVPV, Breda, Hollandia, HPhV en UphV. Op 1 maart 1931 werd het de “I.V. Philatelica” toegestaan zich in te kopen. Nadat in 1939 ook de “Rotterdamse Philatelisten Vereeniging” haar sinds 1926 bestaande maandblad “De Philatelist” had ingebracht, waardoor het “Nederlands Maandblad voor Philatelie, waarin opgenomen ‘de Philatelist’”ontstond, was uiteindelijk het streven uit de 20-er jaren om tot één gezamenlijk postzegelblad te komen, voltooid. De Raad van Beheer bestond toen uit de zeven verenigingen-eigenaressen van wat inmiddels “Het Maandblad” genoemd werd en waarmee de HPhV zo nauw verbonden is. De verenigingen-eigenaressen besloten, gelet op de financiële risico’s voor hen bij het inmiddels tot een bedrijf uitgegroeide “Maandblad” met een, in de hoogtijdagen van de postzegelverzamelwoede, oplage van ca. 75.000 abonnementen, tot liquidatie van de Raad van Beheer en tot oprichting van een stichting. Op 3 september 1981 werd de onafhankelijke Stichting “Nederlands Maandblad voor Philatelie” opgericht, waaraan ook de NBFV met een storting van een oprichtingskapitaal en een lening gelijk aan die der voormalige eigenaressen deelnam. Deze stichting werd op gelijke wijze als de voormalige Raad van Beheer bestuurd door drie afgevaardigden per oprichter; acht daarvan vormden het Bestuur en de 16 overige vertegenwoordigers werden, wat thans heet, een Raad van Toezicht. Met ingang van 1 januari 2000 besloot deze RvT, waaruit inmiddels de I.V. Philatelica zich had teruggetrokken, de naam van “Het Maandblad” te wijzigen, dit mede voor onze Vlaamse zuiderburen, in “Filatelie, blad voor postzegelverzamelaars, waarin opgenomen ‘De Philatelist’”. Het blad dat thans elk lid van de HPhV krijgt toegezonden.
Organiserend
Na een geslaagde organisatie door de HPhV van de “Eerste Nederlandse Philatelisten-dag” op 2 en 3 augustus 1906, ontstond onder ‘deelnemend Nederland’ behoefte aan een gemeenschappelijke/overkoepelende organisatie. Tijdens de “Tweede Nederlandse Philatelistendag”, 2 en 3 augustus 1907, wederom te ‘s-Gravenhage, droeg het door de HPhV gevormde comité bouwstenen aan voor een dergelijke Bond. Door de besturen van NVPV, Breda, Hollandia en HPhV werd op 26 juni 1908 te ‘s-Gravenhage de “Nederlandsche Bond van Vereenigingen van Postzegelverzamelaars” opgericht. Op 27 juli 1908 werd deze Bond bij K.B. goedgekeurd en op 19 november 1956 werd de naam gewijzigd in “Nederlandse Bond van Filatelisten-Verenigingen”. In 2008 bij het honderdjarig bestaan werd de NBFV koninklijk onderscheiden en de naam gewijzigd in "Koninklijke Nederlandse Bond van Filatelistenverenigingen", afgekort KNBF. In het lange leven van de HPhV heeft zij bestuurlijk binnen de Bond en in tal van commissies ervan haar steentje bijgedragen. Een doorn in het oog van DE postzegelverzamelaars is de opheffing van filatelieloketten en de uitbesteding van de postzegelverkoop door TPGPost aan derden, terwijl reeds in 1912 de HPhV besprekingen met het toenmalige Staatsbedrijf der Posterijen voerde over juist de invoering van filatelieloketten.
Onderscheidingen
De HPhV is onderscheiden met: - de gemeentelijke medaille voor cultuur en recreatie (1972, 75 jarig bestaan) - de penning van bijzondere verdiensten van de gemeente 's-Gravenhage (1987, 90 jarig bestaan) en - de Koninklijke erepenning wegens het 100-jarig bestaan op 17 april 1997
NBFV: Nederlandse Bond van Filatelisten Verenigingen
HISTORIE 100 JAAR PHILATELICA DEN HAAG
“Hiertoe werd op 1 januari 1911 een bijeenkomst belegd, waarbij de Internationale vereniging ”Hollandia” te ´s-Gravenhage werd opgericht. De leiding was in handen van de heren W.F. Buurman, H.J. Doyen, J.G. Hazewinkel en J. Smit Sibinga”. De in de regels hierboven geplaatste aanhalingstekens duiden erop, dat deze tekst is overgenomen en wel uit het gedenkboekje ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de I.V. Philatelica. De geciteerde tekst vormt een onderdeel van het overzicht, dat de heer D.O. Kirchner in 1961 schreef.
In de catalogus van de propagandatentoonstelling “Haphilex 1997” ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Haagsche Philatelisten Vereeniging en het 50-jarig bestaan van Philatelica Den Haag is duidelijk gemaakt, hoe Philatelica zowel in 1961 als in 1997 haar 50-jarig bestaan heeft gevierd. In 1961 gebeurde dat door de I.V. Philatelica met vele bij de in 1911 als Haagse vereniging opgerichte moedervereniging aangesloten afdelingen en in 1997 gebeurde dat door Philatelica Den Haag, die in 1947 zelf afdeling geworden per 01.01.1995 haar zelfstandigheid had herkregen. Zeker kan de vraag gesteld worden, wie nu eigenlijk aanspraak kan doen gelden op die oorspronkelijke oprichtingsdatum 01.01.1911 : de Haagse vereniging als beschreven in de eerste alinea of de overkoepelende vereniging, die pas in 1947 ontstond en later een Federatie werd met aangesloten afdelingen, die in 1995 weer zelfstandig konden worden ? Weinig leden zal het verbazen wanneer wij ons uitspreken voor de eerste optie. Daarom vieren wij nu, per 01.01.2011 ons 100-jarig bestaan. De dag, waarop wij de fusie aangaan met de Haagsche Philatelisten Vereeniging en per die zelfde datum “Verenigde Haagse Filatelisten” zijn geworden.
Sinds 1911 zijn vele lustra gevierd. Het eerste met een tentoonstelling van verzamelingen van een drietal leden en een diner in hotel Victoria. Een couvert kostte toen ƒ 1,75. Het derde lustrum werd in maart 1926 gevierd met een feestelijke bijeenkomst in de Dierentuin. Het 500e lid werd ingeschreven. Daarbij moet worden bedacht, dat toen al in diverse steden afdelingen waren ontstaan, waarvan de leden als lid van de Haagse vereniging werden ingeschreven. In 1931 werd Philatelica mede-eigenaar van het Nederlandsch Maandblad voor Philatelie. Het zilveren jubileum in 1936 werd op grootse wijze gevierd in Seinpost gevierd. Twee jaar later werd voor de eerste keer een tentoonstelling samen met de Haagsche Philatelisten Vereeniging (HPhV) georganiseerd in het Gemeente-archief van Den Haag voor de kinderzegels. De samenwerking met HPhV duurt derhalve reeds 72 jaar ! Per 25.05.1938 heeft de vereniging 1.000 leden en tijdens de oorlogsjaren blijft het aantal leden groeien en wordt alsnog besloten (na aanvankelijke weigering) toe te treden tot de Ned. Bond van Postzegelverzamelaars. Direct na de oorlog komt het tot een botsing tussen Het Hoofdbestuur van Philatelica en de aangesloten afdelingen. Een motie van wantrouwen wordt ingediend, het zittend bestuur treedt af en in de toekomst zullen niet uitsluitend Haagse leden zitting in dat bestuur hebben, maar ook bestuurders van afdelingen. Tenslotte wordt per 24.10.1947 Den Haag zelf een afdeling van de I.V. Philatelica met een zogenaamd “Hoofdbestuur”, waarin weliswaar veel Hagenaars zitting hebben als gevolg van de vestigingsplaats, maar dat wel verantwoording schuldig is aan de aangesloten afdelingen. Bij het 40-jarig bestaan wordt een in de Houtrusthallen gehouden tentoonstelling “Philapost” een groot succes. Tien jaar later wordt besloten om geen tentoonstelling te organiseren, maar het gedenkboekje uit te geven, waarvan in de eerste alinea sprake was. Voor de “afdeling Den Haag” begint als het ware alles opnieuw. In 1967 vieren wij het 20-jarig bestaan (U leest het goed : twintigjarig ! ) met een tentoonstelling in het gebouw van de “Nederlanden van 1845”. Vijf jaar later ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Haagsche Philatelisten Vereeniging en het 25-jarig bestaan van onze “Afdeling” houden we een districtstentoonstelling, weer in het gebouw van de “Nederlanden van 1845”. Vanaf nu werken de beide verenigingen meestal samen bij tentoonstellingen : In 1979 Dag van de Postzegel, 5 jaar later Haphilex, in 1997 het Eeuwfeest van de Haagsche Philatelisten Vereeniging en ons 50-jarig bestaan met een propagandatentoonstelling in het toenmalige PTT Museum.
En nu: 2011. Geen samenwerking, maar fusie. Het initiatief hiertoe is uitgegaan van onze vereniging Philatelica Den Haag. Gelet op de samenwerking in het verleden waren er geen onoverkomelijke, persoonlijke hinderpalen. Veeleer vormden verplichtingen en/of gebondenheid aan de Federatie een obstakel. Onze vereniging heeft vele jaren een nauwe band met de Federatie gehad en vele bestuursleden aan die Federatie geleverd. Naarmate deze verplichtingen losser werden en de verbondenheid door eigenzinnige uitleg van de reglementen door bestuursleden van de Federatie zwakker werd, begon een fusie met de HPhV van groter belang te worden dan een lidmaatschap van de Federatie, die tekenen van verval begon te vertonen, ook ten aanzien van het rondzendverkeer.
Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van Philatelica Den Haag is een aparte postzegel verschenen. Deze zegel symboliseert de eenheid in verscheidenheid, die de vereniging zo lang gekenmerkt heeft. Inmiddels heeft de fusie zijn beslag gekregen en het nieuwe bestuur kan dus volop aan de slag om van deze fusie een succes te maken. De plannen zijn er en we kunnen de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.
|